Beveiligen werf en omgeving
Aannemers verwijderen de doeken en zeilen van bouwsteigers om te voorkomen dat de steigers zouden losgerukt worden door de wind. De zwenkrem van torenkranen wordt gelost, zodat de giek vrij kan meedraaien met de wind. Bij meerdere torenkranen op één werf moeten ze zo opgesteld staan dat ze elkaar niet kunnen raken. Ook mogen bij stormweer geen lasten omhoog geheven worden (dus ook niet om diefstal van werfmaterieel te voorkomen).
Bij huizen in aanbouw worden puntgevels gestut om te voorkomen dat ze afbreken.
Verder halen aannemers alles van de werven wat zou kunnen wegwaaien (bouw- en verpakkingsmaterialen, klein materieel,…) en worden ladders, chemische toiletten, werfhekken,… vastgelegd. Afvalcontainers worden afgedekt.
Veiligheid tijdens de storm
Tijdens een storm worden (buiten-)activiteiten op daken en op hoogte, op ladders en rolsteigers stopgezet om de veiligheid van de bouwvakkers te verzekeren. Ook hijswerken met mobiele kranen worden stilgelegd.
Steigerbouwwerken (monteren, demonteren, ombouwen van steigers) moeten gestopt worden bij gemeten windsnelheden van meer dan 49 km/h of 6 beaufort op de plaats van de montage. Vanaf 61km/u of 16,9m/s (7 Beaufort) mag er ook niet meer gewerkt worden op steigers. Bij bliksemgevaar moeten alle werkzaamheden op steigers meteen worden gestopt.
Tot welke windsnelheid kranen en andere hijswerktuigen mogen gebruikt worden, wordt vastgelegd door de fabrikant. De Belgische wetgeving voorziet wel dat hefwerktuigen hoger dan 10 meter uitgerust moeten zijn met een windmeter, zodat de bediener de windsnelheid steeds kan controleren.
Uiteraard blijft ook de algemene regelgeving rond veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk van toepassing en moeten ook andere activiteiten stopgezet worden wanneer de veiligheid van de