De torenhoge inflatie en de bijzonder hoge energieprijzen maken de consument, maar ook de overheden, bijzonder voorzichtig en leiden tot uitstel van bouw- en renovatieprojecten.
De bouw doet het vandaag nog behoorlijk, maar ziet donkere wolken opduiken. De orderboeken in de bouw zitten in een dalende lijn. In september zijn die orderboeken maar gedurende 4,22 maanden gevuld ten opzichte van 5 maanden in april. 44% van de aannemers en installateurs beschouwt hun orderboek vandaag als minder gevuld dan in normale tijden. Daarnaast zag 64% van de bouwondernemingen hun contacten met particuliere en publieke klanten en prospecten afnemen. “Dat toont aan dat 2023 onder een slecht gesternte riskeert te starten voor de bouw”, weet Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van Embuild. “De torenhoge inflatie en de bijzonder hoge energieprijzen maken de consument, maar ook de overheden, bijzonder voorzichtig en leiden tot uitstel van bouw- en renovatieprojecten.”
Op de koop toe heeft 45% van de aannemers en installateurs nu al problemen om facturen op korte termijn te betalen. In juni bedroeg dat aantal slechts 37%, zo bleek uit conjunctuuronderzoek toen. Die toenemende betaalproblemen hebben te maken met de fel gestegen kosten voor bouwbedrijven, vooral dan op het vlak van materiaal, energie en personeel.
Prijs en levertermijn
Wat de prijsverhogingen van bouwmaterialen betreft, merken de bouwbedrijven, na een afvlakking in juni, opnieuw een stijging van de prijzen op, vooral dan voor baksteen, dakpannen en cement, materialen die onderhevig zijn aan de stijgende energieprijzen. Een kwart van de bouwbedrijven ziet deze drie producten met 20% en meer stijgen. 8 op de 10 bouwondernemers verwacht bovendien verdere prijsverhogingen voor deze materialen gedurende de drie komende maanden. Een ander verhaal bij de levertermijnen van bouwmaterialen: daar ontspant de markt licht. Al zijn er uitzonderingen, namelijk baksteen, dakpannen en glasproducten. Hiervan neemt de levertermijn toe.
Energie besparen
Hoewel de bouw niet de meest energievretende sector is, doen de gestegen gas- en elektriciteitsprijzen de sector pijn. In normale tijden is de energiekost goed voor minder dan 5% van de totale kosten van een bouwbedrijf. Nu is dat aandeel al toegenomen tot boven 5%. Het is dan ook niet verwonderlijk dat 31% van de aannemers en installateurs energiebesparingen doorvoert in het atelier en in de bureaus, 24% het transport energiezuiniger tracht te maken en 21% ingrijpt op de werf.
Tijdelijke werkloosheid
Als gevolg van prijs- en leverproblemen, de hoge inflatie en fors gestegen personeelskost en de energiecrisis plaatst 18% van de bouwondernemingen nu al werknemers op tijdelijke werkloosheid om economische redenen. Tegen het einde van het jaar verwacht 42% dat te moeten doen, tenzij er op korte termijn beterschap zou komen.
Maatregelen?
Volgens de bouw is het duidelijk: er moeten maatregelen komen om deze crisis-na-crisis op te vangen. 85% is voorstander om de energieprijs te plafonneren, 80% wil meer ondersteuning voor de energietransitie, terwijl 66% ijvert voor rechtstreekse steun aan ondernemingen, zoals de uitbreiding van het overbruggingsrecht, een uitstel van betaling van belastingen en sociale bijdragen, een soepelere vorm van tijdelijke werkloosheid, kortom de steunmaatregelen die tijdens de coronaperiode werden toegepast.