2022 was geen gemakkelijk jaar voor de Belgische bouwbedrijven. Uit een analyse die bouwfederatie Embuild maakte op basis van cijfers van Trends Business Information blijkt dat vorig jaar niet alleen het aantal starters met bijna één vijfde afnam, maar dat ook het aantal stopzettingen met 13% toenam. Bij die stopzettingen stegen vooral de faillissementen sterk (+41%).
In 2022 werd 73,6% van alle startende ondernemingen in Vlaanderen opgericht, 7,2% in Brussel en 17,2% in Wallonië, zo geven de cijfers van Trends Business Information verder aan. Die cijfers blijven stabiel ten opzichte van de drie vorige jaren. Qua stopzettingen waren Vlaamse bouwondernemingen in 2022 goed voor 64% van alle stopzettingen in de bouw in België, terwijl in Brussel en in Wallonië resp. 12% en 21,5% van alle Belgische bouwbedrijven werden stopgezet. Hier is de toename van het aantal stopzettingen in Vlaanderen wel opmerkelijk, aangezien dat aantal de voorbije jaren rond de 55% schommelde. In 2022 was 55% van de failliete bouwbedrijven in ons land een Vlaams bedrijf, terwijl 22% daarvan uit Brussel kwam en 23% uit Wallonië.
In 2022 startte 21% van de bouwbedrijven in ons land in de algemene residentiële bouw, daarmee ruim koploper voor de elektrotechnische installatiewerken (13%), schrijnwerk (9%), gespecialiseerde bouwwerkzaamheden (6%) en schilderwerken (5%). Het aantal stopzettingen scheerde vorig jaar hoge toppen in exact dezelfde sectoren. Dat is niet onlogisch, aangezien het om bouwsectoren gaat met bijzonder veel concurrentie. Ook qua faillisementen was de top 5 van subsectoren in de bouw in 2022 haast identiek, al namen de dakwerkzaamheden daar wel de plaats in van de schilderwerken.
In een sector als de bouw, die werkt met lage marges en rendabiliteit, heeft die omslag direct repercussies op het aantal starters, stopzettingen en faillissementen. Per saldo daalt het aantal bouwbedrijven echter niet, de ondernemingsdynamiek in de bouw blijft dus wel nog altijd licht positief.”
Ondernemingsdynamiek in de bouw blijft licht positief
Dat de coronajaren 2020 en 2021 meer starters in de sector opleverden, heeft allereerst te maken met de bijzonder korte duur dat de bouw tijdens corona stillag. De bouw was de eerste sector waarbinnen vakbonden en werkgevers een sectorakkoord afsloten om de werken te hervatten. Bovendien nam de vraag naar bouwwerken en renovatie tijdens die periode ook sterk toe. Daarnaast waren er ook coronasteunmaatregelen allerhande, zoals het moratorium op faillissementen, het overbruggingsrecht, het uitstel van betaling aan de RSZ en de fiscus. Die gaven niet alleen bestaande bouwbedrijven een zekere stabiliteit, maar trokken ook meer starters aan omdat de opstartrisico’s afnamen.
Niko Demeester, CEO van Embuild: “Al die steunmaatregelen verdwenen in 2022 na afloop van de coronacrisis. Tegelijk verslechterde de economische situatie vorig jaar fel als gevolg van de oorlog in Oekraïne, de galopperende inflatie en de energiecrisis. Niet alleen het ondernemersvertrowen zakte vorig jaar weg, ook het consumentenvertrouwen deed dat. In een sector als de bouw, die werkt met lage marges en rendabiliteit, heeft die omslag direct repercussies op het aantal starters, stopzettingen en faillissementen. Per saldo daalt het aantal bouwbedrijven echter niet, de ondernemingsdynamiek in de bouw blijft dus wel nog altijd licht positief.”
We moeten de komende jaren veel investeren om ons woningpark klimaatneutraal te maken en onze infrastructuur te vernieuwen. Om die investeringen betaalbaar te houden voor particulieren, overheden en investeerders, zijn blijvende ondersteunende maatregelen nodig, zoals de verlaagde btw van 6% op afbraak en heropbouw, zonnepanelen, zonneboilers en warmtepompen, ook na 2023. Daarnaast heeft de bouwsector ook dringend nood aan een loonkostverlaging om competitief te kunnen zijn. Zo kunnen we de noodzakelijke investeringen voor de maatschappij realiseren. Dat zal op zijn beurt de komende jaren de ondernemingsdynamiek in de bouw stimuleren.