En als we het aantal besmettingen (“incidenties”) in de 21 onderscheiden sectoren bekijken, komt de Bouw er aardig uit. We behoren tot de betere middenmoot en dat is niet zo evident voor een sector waar het overgrote deel van de werknemers niet kan telewerken. Een positieve conclusie die eerder ook al kon worden getrokken op basis van een onderzoek naar het aantal hoogrisicocontacten op de werkvloer door de externe preventiedienst Idewe.
De gedetailleerde preventiemaatregelen die in het door alle sociale partners op 7 mei vorig jaar ondertekende sectorprotocol werden opgenomen, hebben dus hun effectiviteit bewezen. En het feit dat een aanzienlijk deel van de bouwactiviteit zich in volledige of halfopen lucht afspeelt, zal ongetwijfeld ook hebben geholpen.
Het zal voor niemand een verrassing zijn dat de meeste besmettingen werden vastgesteld in de zorgsector, de openbare diensten (zoals politie, brandweer en leger) en het onderwijs. Al werd bij die koplopers ook wel frequenter getest. In de privésectoren, trekken vooral de matige scores van schoonmaak en voedingsnijverheid de aandacht. Andere niet onbelangrijke conclusie is dat het in ons land nog steeds enorm moeilijk blijkt om de werkelijke plaats van besmetting in kaart te brengen, het zogeheten brononderzoek.