• Vorige week deelde de Overheid dus mee dat er vanaf vrijdag a.s. strengere regels komen voor ieder die vanuit een rode zone naar België reist. Deze mensen zullen automatisch 10 dagen in quarantaine moeten met een verplichte test op dag 7. Tenzij de regering alsnog rekening houdt met het door ons, samen met het VBO, gevoerde lobbywerk, zullen enkel grensarbeiders en wie minder dan 48 uur in het ander land verblijft, nog worden vrijgesteld.
Zoals reeds gemeld in onze BouwFlash van vrijdag 11 december, is de nieuwe quarantainepolitiek enkel mondeling en via persartikels gecommuniceerd. Een nieuw Ministerieel Besluit is er nog niet en het Kabinet van Minister Verlinden deelde ons gisteravond mee dat dit ook pas na het Overlegcomité van (eveneens) vrijdag verwacht moet worden. Wat voor onze sector rijkelijk laat zou zijn want diezelfde avond begint de inhaalrust…
Deze nieuwe quarantaineregels zullen zowel impact hebben op uw eigen werknemers die terugkeren van werven in het buitenland, als op buitenlandse onderaannemers en hun personeel die hier actief zijn. Zoals bekend, zijn heel wat van deze laatsten van plan om de eindejaarsperiode in hun thuisland door te brengen en we kunnen u dan ook alleen maar aanraden om de nodige voorzorgen te nemen. Door hen tijdig op de hoogte te brengen van de nieuwe beleidsvisie inzake quarantaine en de impact ervan op de planning en continuïteit van de werven. Een tip die we vorige week al meegaven: misschien is het wel aangewezen de buitenlandse arbeidskrachten te adviseren om tijdens de inhaalrust gewoon in België te blijven…of bijvoorbeeld al na Kerst terug te keren, zodat de quarantaineperiode al sneller begint te lopen.
Tot slot lijkt het ons niet onverstandig om uw eigen werknemers trachten te overtuigen om in de eindejaarsperiode geen vakantie naar de sneeuw of de zon te boeken. Reisplannen die ook door de regering en de virologen absoluut worden afgeraden en die automatisch een verplichte quarantaine zullen inhouden.
• Wat evenmin uit het oog mag worden verloren, is de reeds op 24 augustus ingevoerde dubbele verplichting voor wie beroep doet op in het buitenland wonende werknemers of zelfstandigen. Deze opdrachtgever moet een register bijhouden met hun verblijf- en contactgegevens (zie ons model in de BouwFlash van 20 november) en moet controleren of zij, uiterlijk bij het aanvatten van de werken, het Passenger Locator Form (PLF) effectief hebben ingevuld.
De Inspectiediensten raden aan om een kopie van deze PLF’s op te vragen en de documenten te bewaren op de werf met het oog op een eventuele controle. Zijn die kopieën niet beschikbaar, moeten de buitenlandse bouwvakkers minstens de QR-code kunnen voorleggen die ze ontvangen bij een correcte registratie van het PLF. De gegevens moeten bewaard blijven tot veertien kalenderdagen na de datum van het einde van de werkzaamheden uitgevoerd door de buitenlandse onderaannemer en moeten daarna (om GDPR-redenen) vernietigd worden.
• Heel wat (hoofd)aannemers stellen ook de vraag of zij eveneens door de Inspectiediensten gesanctioneerd kunnen worden als blijkt dat de buitenlanders in kwestie hun administratieve verplichtingen niet zijn nagekomen. En het antwoord is ja. Bijvoorbeeld op basis van het hierboven vermelde MB, dat op 23/08 jl. in het Staatsblad verschenen is. Akkoord, je kan als hoofdaannemer bijvoorbeeld niet checken of de verklaringen op het PLF met de waarheid stroken maar je moet wel controleren of ze het document effectief hebben ingevuld bij hun aankomst in België.
Voorts is er ook het bijzondere-machtenbesluit KB nr. 37 van 24 juni 2020 (BS van 3 juli) dat in het Sociaal Strafwetboek een algemene sanctie heeft ingevoerd betreffende de naleving van de verplichtingen opgelegd in het raam van “dringende maatregelen genomen door de Minister van Binnenlandse Zaken om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken”.
Dit KB belast enerzijds de diverse sociale inspectiediensten (TSW, TWW, RSZ, RVA, FEDRIS, RIZIV en RSVZ) met het toezicht op de naleving in de ondernemingen van al deze verplichtingen. Anderzijds worden de werkgever, zijn aangestelde of zijn lasthebber, net als eenieder die in de ondernemingen deze verplichtingen niet heeft nageleefd, strafbaar gesteld met een sanctie van Niveau 2, waarbij de geldboete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers (nieuw artikel 238 van het Sociaal Strafwetboek). Een sanctie van Niveau 2 impliceert een aanzienlijke administratieve of zelfs strafrechtelijke geldboete. Het devies is dan ook: beter voorkomen dan genezen!