Meer dan de helft van de economische activiteiten die onder de taxonomie vallen, heeft betrekking op de bouwsector: van de renovatie van bestaande gebouwen tot het onderhoud en de aanleg van duurzame infrastructuur. Hieruit blijkt dat de bouwsector de drijvende kracht is achter de transformatie van Europa tot een koolstofneutraal continent tegen 2050.
De taxonomie maakt het mogelijk economische activiteiten die een positief effect hebben op het milieu in te delen. Er worden daarbij duidelijke criteria vastgesteld om het begrip "duurzaam bouwen" te definiëren. Dit is nodig omdat het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de bouwsector in grote mate afhangen van de duurzame bouwdiensten die we kunnen aanbieden. Bouwondernemingen zullen dus duidelijk activiteiten kunnen identificeren en ontwikkelen die voldoen aan de verwachtingen van investeerders op het gebied van duurzaamheid.
Hoewel grote bouwbedrijven momenteel de enige zijn die rechtstreeks bij de taxonomie betrokken zijn, zullen bedrijven van alle groottes op termijn ermee te maken krijgen. Alle bouwondernemingen die financiering hebben ontvangen van overheidsinstanties, banken of verzekeringsmaatschappijen, of zelfs ondernemingen die voor rekening van grote ondernemingen opdrachten in onderaanneming uitvoeren, zullen immers moeten aantonen dat zij voldoen aan de criteria van de taxonomie.
In de nabije toekomst is het ook meer dan waarschijnlijk dat het toepassingsgebied van de taxonomie zal worden uitgebreid tot overheidsopdrachten, door de Europese Unie gefinancierde projecten of “groene” financiële producten.
De huidige regelgeving inzake taxonomie heeft echter verschillende beperkingen. Ten eerste moeten de criteria beter aansluiten bij de technische en economische realiteit van de sector, zodat ze realistisch zijn. Momenteel bemoeilijkt het gebrek aan kennis van de realiteit op het terrein bij de instanties die de criteria vaststellen, de toepassing ervan. De bouwsector moet beter vertegenwoordigd zijn in de platformen met Europese deskundigen.